Groep 3
-
In de grote tent slapen 10 kinderen.
In de kleine slapen er 6.
Hoeveel kinderen zijn dat samen?
- 19 1.
- 3 2.
- 16 3.
- 13 4.
-
In mijn boeket zitten 12 rozen.
In Cathelijns boeket zit 1 roos minder.
Hoeveel rozen zitten er in Cathelijns boeket?
- 11 1.
- 13 2.
- 9 3.
- 10 4.
-
6 + 3 =
- 7 1.
- 3 2.
- 8 3.
- 9 4.
-
Denise maakt zakjes met 3 snoepjes erin.
Hoeveel zakjes kan ze zo maken?
- 6 1.
- 12 2.
- 4 3.
- 3 4.
-
In de doos kunnen 4 poezen.
Hoeveel poezen passen er in 2 dozen?
- 8 1.
- 10 2.
- 4 3.
- 2 4.
-
In de zak zaten 9 knikkers.
3 zijn er uit gerold.
Hoeveel knikkers zitten er nu nog in de zak?
- 12 1.
- 5 2.
- 6 3.
- 8 4.
-
Abdul heeft 2 van deze grote taarten.
Voor hoeveel gasten heeft hij een stuk taart?
- 16 1.
- 4 2.
- 8 3.
- 20 4.
-
9 - 4 =
- 6 1.
- 12 2.
- 5 3.
- 13 4.
-
Welk getal staat op de getallenlijn vóór 14?
- 16 1.
- 13 2.
- 15 3.
- 10 4.
-
Hoeveel euro is dit samen?
- 11 euro 1.
- 20 euro 2.
- 100 euro 3.
- 3 euro 4.
Maak jouw eigen website met JouwWeb